Parijs 2009

Et nous avons pedale!

En daar ging de hogesnelheidstrein, boemelend vanuit Rotterdam. Gelukkig begon hij na Brussel zijn naam meer waar te maken, en stond ik, Arnold, comfortabel en volgegeten 3 uur later op Gare du Nord. Om me daar te voegen bij de rest van Elsjes MC, die ‘s middags al met de auto’s van Joep en Pieter waren vertrokken. Helaas zonder Arno, die door ziekte verstek moest laten gaan. Het duurde even voor ik aansluiting bij de rest had gevonden: via ingenieuze telefonische instructies begaf ik me steeds naar de plek waarvan ze zojuist weer vertrokken waren, maar ach, heel wat van Parijs gezien op die manier, en het is intigrerend om te zien hoe Franse taxichaufeurs reageren op wijzigende aanwijzingen. Erg prettig om de mannen zo ver van huis tegen te komen. De hotelkamers maakten veel goed, overzichtelijk, compact en het was niet mogelijk elkaar uit het oog te verliezen of uit bed te rollen. En de glimlach van Noemi natuurlijk, de receptioniste van het hotel, zowaar een Francaise die netjes Engels sprak. Tijden veranderen. ‘s Avonds hebben we de omgeving van de Sacre Coer wat verkend, een pint en een watertje gedronken in een altijd gezellige Ierse pub en ons verbaasd over het struise nachtleven aan de Boulevard de Clichy. Als vliegen komen de portiers op ons af, vooral op de alerte blik van de beide Hansen, om ons met (bijna) gratis drankjes naar binnen te lokken. Waar de dames vervolgens hun best doen je uit te kleden. Na een lekkere cocktail, en nadat Joep zijn brilleglazen weer had drooggemaakt, besloten we de lieve dames weer te verlaten, die dat niet leuk vonden. Een ervaring rijker besloten we ons in diepe rust verder voor te bereiden op de volgende dag. Na een voor sommigen lange nacht en een bescheiden ontbijtje op de kamer werd het zeemleer ondergeschoven en fietsten we naar het westelijk stadsdeel, binnen de periphirique. Koffie en een croissantje genuttigd op de Place de Bastille, in een zonnetje, het leek net het terras bij Room. En vandaar langs het kanaal met grote sluis, met belangstelling bekeken door de Waterbouwkundige in ons midden, naar een rustig deel van Parijs. Een fraaie tocht met verrassende plekjes, langs het water en door woonwijken en parken. Op de beroemde begraafplaats De Cimetière du Père-Lachaise hebben we onder leiding van Sinte Pieter grootheden als Edith Piaf en Jim Morrissen de laatste eer bewezen, en dat zal op een begraafplaats niet elke dag gebeuren door 6 heren in korte broek. Uiteindelijk meer richting het centrum gegaan, via het Ile de la cite, de Notre dame en het Louvre naar de Jardin du Luxembourg. Het fietsen is spannend, het is overal druk en het is bijzonder over drukke rotondes tussen het snelle verkeer te laveren langs de zo bekende bezienswaardigheden. Ook Jurgen gedroeg zich netjes door er deze keer langs in plaats van overheen te fietsen. Terug naar het hotel om ons op te frissen en te verkleden voor het avondprogramma in de Crazy Horse Saloon. Geen paard te bekennen daar, maar we hadden een prominente plek, zonder drankjes helaas. Het viel wat tegen; de voorstelling was erg braaf en bood niet het avontuur waarop we hadden gehoopt. Na de voorstelling misten we op een haar de laatste metro, en besloten we de weg terug naar het hotel te lopen, zo’n 40 minuten. De volgende ochtend lieten we ons niet tegenhouden door de regen en gingen we op de mountainbike naar de Champs Elysees. Met zijn zessen naast elkaar over de drukste straat van Parijs is een aparte ervaring. Chocolaatjes en energiedrankjes werden ingeslagen bij de hostess in de Toyota showroom, daarna een rondje rondom de Arc de Thriomphe. In de middag zijn we terug naar Oisterwijk gereden: volgend jaar is Oxford aan de beurt. Merci Paris!